Meditaties
Nu heb ik m’n broeder al zeven keer
z’n overtreding vergeven
Soms denk ik nou, zo kan het wel weer
maar wat denk je van zeventig maal zeven ?
Zeven maal zeventig ? En dat iedere keer ?
dat hou je als mens toch niet bij ?!
vierhonderdnegentig , misschien nog wel meer
ach, hoe dikwijls vergaf de Heer ook aan mij
Leny Spaeter
Deuren open
In het Johannesevangelie staan zeven zogenaamde “ik-ben-uitspraken” van Jezus:
• Ik ben het brood des levens (6:35, 41, 48, 51).
• Ik ben het licht der wereld (8:12; 9:5).
• Ik ben de goede herder (10:11, 14).
• Ik ben de deur der schapen (10:7, 9).
• Ik ben de opstanding en het leven (11:25).
• Ik ben de weg en de waarheid en het leven (14:6).
• Ik ben de ware wijnstok (15:1).
Als ik aan u zou vragen welke van die uitspraken u het meest aanspreekt, zou u waarschijnlijk niet kiezen voor “Ik ben de deur”. In het prachtige Lied 653, “U kennen uit en tot U leven, Verborgene die bij ons zijt”, worden alle “Ik-ben-woorden” bezongen, behalve “Ik ben de deur”. In deze weken tussen Pasen en Pinksteren trok juist dat woord ‘deur’ mijn aandacht. Op de dag van de opstanding zitten de discipelen achter gesloten deuren bij elkaar. Ze zijn bang dat zij als volgelingen van Jezus zullen worden opgepakt. En ook op de vijftigste dag zijn de leerlingen bij elkaar in de opperzaal wanneer de Geest over hen wordt uitgestort.
Een deur zorgt voor veiligheid. Je kunt een ruimte ermee afsluiten om te voorkomen dat wie binnen is zomaar naar buiten gaat. Of om wie of wat binnen is te beschermen tegen wat van buiten komt. Wie naar binnen wil, moet aanbellen of kloppen. Dan wordt er gevraagd: “Wie is daar?” en ze laten je binnen, als je stem wordt herkend en ze weten wie je bent. Die van binnen en die-van-buiten vertrouwen elkaar. Niet iedereen valt te vertrouwen. Sommige mensen doen hun deur daarom zo min mogelijk open. Ze hebben een extra slot op hun deur, knippen aan de binnenkant en misschien een alarminstallatie. Ze voelen zich onveilig.
Weet u nog dat Jan Terlouw het had over de tijd dat iedereen nog een touwtje uit de deur had hangen, omdat je elkaar vertrouwde?
“Ik ben de deur” zegt Jezus in de gelijkenis over de schaapskooi. De bewaker zorgt ervoor dat er geen rovers en valse herders binnen kunnen komen. De schapen zijn veilig. Maar ze worden ook naar buiten geroepen door de herder. Ga maar de schaapskooi uit, op weg naar nieuwe weidegrond, een nieuw land, het koninkrijk. Jezus is de deur die naar binnen scharniert, maar ook weer naar buiten. Er is een beweging van buiten naar binnen en omgekeerd. De schaapskooi staat symbool voor het huis van God. Daar komt het volk van God bij elkaar. Daar klinken de leefregels voor de nieuwe wereld en de nieuwe aarde. Maar het is niet de bedoeling om de deuren gesloten te houden en de wereld buiten te sluiten. Want God roept de mens op weg te gaan. Met Pinksteren gaan de deuren naar de wereld open. De Geest waait waar zij wil.
ds. Annemieke Parmentier
IK DROOMDE
Ik droomde van een hemels land
waar alles vrede was;
er was geen enkel onderscheid
in volk of taal of ras.
De kinderen speelden met elkaar
in volle harmonie
en een orkest van vogels bracht
een schone symfonie.
Ik zag de mooiste bomen staan
in duizend kleuren groen;
wie van hun vruchten eten wou
die mocht dat rustig doen.
Een zachte wind verspreidde stil
een liefelijke geur
en bloemen brachten vrolijkheid
in allerhande kleur.
Ik zag een heldere rivier
die levend water had
en druppels zuivere kristal
bevochtigden mijn pad.
Toen, plots, scheen er een helder licht
stralender dan de zon.
Zo oogverblindend was de glans
dat ik niet kijken kon.
Toen werd ik wakker bij ’t journaal
en zag de duivel staan.
Maar in me sprak een klare stem:
“’t is met zijn macht gedaan!
Die droom wordt weldra werk’lijkheid
het duurt maar even meer,
want ik kom spoedig weer.”
Leny Spaeter
Meditaties van ds. Ph. A. Beukenhorst
Onze voormalig predikant emeritus Ph. A. Beukenhorst ( - 2024) had geregeld meditaties op deze website gepubliceerd.
Hieronder zijn ze bewaard gebleven.
Ten afscheid
Afscheid. Op zondagochtend 3 maart 2024 is de kerkelijke afscheidsdienst en ga ik met emeritaat. Dat is niet gemakkelijk. Een totaal nieuwe fase in mijn leven, na 34 ½ jaar predikantschap.
Vrij snel daarna vertrekken mijn vrouw Leuny en ik voor een lange rondreis met onze omgebouwde Volkswagen Caddy Maxi.
Eerst gaan we een weekend naar de oecumenische gemeenschap in Taizé – om het begin van het emeritaat op een voor ons mooie plek te markeren. Liederen, Bijbel, gebed, stilte, bezinning.
Daarna rijden we richting Istanboel om de Aya Sofia te zien: in de tijd dat Istanboel nog christelijk was en toen Constantinopel heette was de Hagia Sofia de grootste kathedraal ter wereld. Nu is het een moskee, de moslims hebben uit respect de oude christelijke mozaïeken van Jezus Christus niet weggehaald.
Vervolgens volgt ons hoofddoel: in West-Turkije en in Griekenland die plaatsen zien, die in het Nieuwe Testament worden genoemd – we gaan de apostel Paulus achterna. Met name de plaatsen waar christelijke gemeentes waren die van Paulus een brief kregen. Die brieven zijn zo belangrijk dat ze nu zijn opgenomen in onze Bijbel.
We willen daarom gaan kijken in Efeze en Kolosse (allebei in het huidige Turkije), in Korinte, Filippi, Tessalonica (in het huidige Griekenland). Omdat we dan toch in de buurt zijn, is het ook onze wens om het eiland Patmos te bezoeken, waar Johannes het Bijbelboek Openbaring opschreef.
Begin mei hopen we in Athene te zijn om daar het Grieks-Orthodox Paasfeest mee te maken. De oosters-orthodoxen vieren immers op een latere datum het christelijke Pasen.
Na West-Turkije en Griekenland richten we onze blik naar kerken en historische plaatsen in Spanje, Italië, Frankrijk. In Frankrijk zijn er 20 protestantse musea. In de afgelopen jaren hebben we er al 10 bezocht, tijdens ons lange reis hopen we de andere te zien.
Een nieuwe fase in mijn leven. Het is niet gemakkelijk. Maar deze reis helpt op weg. En vooral het geloof: Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God, Vaya con Dios en à Dieu!
Ds. Flip Beukenhorst
Ga mee! 40 dagen op weg naar Pasen
Het jaarthema van de Protestantse Kerk in Nederland in dit seizoen is: “Ga mee ! – Samen getuigen van geloof, hoop en liefde”. Met dit jaarthema begonnen we al op het Startweekend, dit thema wordt besproken op de Huiskamergesprekken en we gaan ermee verder nu op weg naar Pasen, tijdens de 40-dagen-tijd.
De 40-dagen-tijd is een soort van her-leertijd over vragen als: Wat betekenen Jezus en God voor ons, voor mij? Wat betekent het om christen te zijn? We denken in deze 40 dagen iets vaker na over ons christelijk geloof, want we zijn op weg naar Pasen.
Pasen is immers het grote feest van het christelijke geloof. Met Pasen zullen we weer vieren dat met de opstanding van Jezus Christus er iets fundamenteels nieuws kwam. De macht van het kwaad werd door Jezus overwonnen, zelfs de macht van de dood. Met Pasen zullen we vieren dat de liefde van God boven alles staat. En wij, wij kunnen vanaf Pasen dan een nieuw leven leiden, een vernieuwd leven, hier al op aarde, een nieuw leven vol liefde, vol recht, vol vrede. Daar is in 2024 meer dan ooit behoefte aan.
En nu, op weg naar Pasen, bereiden we ons voor. We oefenen door in deze 40 dagen vóór Pasen, iets vaker na te denken over ons christelijk geloof. We denken 40 dagen na, maar we doen ook iets concreets: we leven iets soberder. Een beetje besparen op onze eigen luxe, om dan thuis via de spaardoosjes die u krijgt van de zwo-commissie, iets te kunnen geven aan projecten voor mensen die minder geluk hebben.
Dit jaar worden we in 40-dagen-tijd opgeroepen om dit niet alleen te doen, maar: Ga mee ! – Samen getuigen van geloof, hoop en liefde.
Een uitnodiging om samen aan de slag te gaan met àlle mensen van goede wil. Binnen én buiten de eigen kerkelijke gemeente te delen en te vertellen wat het voor u en jou betekent: geloven, hopen, liefhebben.
Ga mee, zing mee, doe mee! Een zinvolle 40-dagen-tijd toegewenst.
Ds. Flip Beukenhorst.
God verschijnt in je leven – Epifanie
Het kerkelijk jaar volgt de levensreis van Jezus. Je zou kunnen zeggen dat die levensreis van Jezus, deze unieke mens, een spiegel mag zijn voor onze eigen levensweg.
Het liturgisch jaar is als het ware iedere keer weer opnieuw een uitnodiging tot groei, een spirituele weg. Ons kerkelijk jaar is weer begonnen met Advent, toen kwam Kerstfeest en daarna volgt Epifanie, op 6 januari.
Epifanie komt oorspronkelijk van het Griekse woord ‘Epiphaneia’, en dat betekent: ‘verschijnen’. Het licht van God verschijnt niet alleen aan de herders, aan de mensen in Bethlehem, ook van ver komen de wijzen. De wijzen werden in beweging gebracht door een ster die verscheen. Want dat was de taal waarin zij iets van God konden begrijpen.
Bij ieder mens is dat telkens anders. Ieder mens wordt op een andere manier door God aangeraakt en aangesproken. God vindt altijd wel een weg om jou te bereiken. Het woord dat God in je leven spreekt, knoopt aan bij jouw geschiedenis, jouw karakter, jouw mogelijkheden en jouw pijnpunten. Je moet er als mens wel open voor staan, open voor God.
En wat is er in je leven, wat je opvalt? Iets wat je aandacht trekt – en wat je doet vermoeden dat er iets is, dat jouw toewijding vraagt. En waar je, net als de wijzen voor zou willen knielen? Waar ben jij naar op zoek? Zijn er dingen die een diep verlangen voor je zijn? En moet je soms een andere route nemen, zoals de wijzen op hun terugweg?
Het licht van God verschijnt in je leven: dat is de essentie van Epifanie. God verschijnt in uw leven.
De wijzen gaan naar Bethlehem en vinden het Kind. Ze zien er Gods Licht in. In de nacht daarna krijgen ze een droom en de opdracht om langs een andere weg terug naar huis te reizen.
Op de 12de eeuwse Kathedraal in de Franse stad Autun in Bourgogne, heeft de beeldhouwer van deze sculptuur dat heel mooi verbeeld. De drie wijzen/koningen (ze hebben een kroon op hun hoofd) liggen samen onder een dekentje. Een engel brengt hen de boodschap brengt, de engel raakt heel zachtjes en subtiel met één vinger de pink van één van de wijzen aan. En met de andere vinger wijst de engel naar de ster, naar Gods blijvende Licht in de menselijke duisternis.
Soms is de aanwezigheid van God heel subtiel en dat vraagt ons om opmerkzaamheid! Wilt u in dit nieuwe jaar 2024 openstaan voor Gods subtiele uitnodiging?
De schrijver en pastor Marinus van den Berg heeft een tekst geschreven met een mooie wens voor het nieuwe jaar:
Elke dag een uitnodiging
om goed te zijn voor jezelf,
om jezelf op te bouwen.
Elke dag een uitnodiging
om jezelf te oefenen
in waardering voor dit leven,
in waardering voor je kunnen.
Elke dag een uitnodiging
om jezelf te verwonderen
over zoveel goeds in anderen,
over zoveel verlangen naar liefde.
Elke dag een uitnodiging
om de liefde van God te ontdekken.
Elke dag is een uitnodiging
om tijd te nemen voor zorg,
om aandachtig te leven.
Elke dag is een uitnodiging
om elkaar te bemoedigen,
om te bouwen aan een wereld van liefde.
Laten we met deze uitnodigingen het nieuwe jaar 2024 ingaan!
Ds. Flip Beukenhorst.
‘Heilige herrie’
Dacht jij dat de kerstnacht in Bethlehems stal
zo heilig en stil was? Welnee, ben je mal!
Je hoort het geblaat van een stelletje schapen,
een loeiende os die niet langer kan slapen.
Drie wijzen die knielen in ritselend stro,
Maria die snottert bij ieder cadeau.
Een balkende ezel, een groepje kamelen
die buiten de staldeur zich stierlijk vervelen.
Een lachende Jozef, een hoestende herder,
en zo kan ik hier nog wel eventjes verder.
Het is in die stal dus, dat had je gedacht,
geen stille, maar wel een bijzondere nacht.
Want daar in het midden van al dat kabaal
ligt in zijn kribbe, voor ons allemaal,
het kindeke Jezus, dat kraaiend van pret
de heilige herrie in gang heeft gezet.
Met dit opvallende gedicht, geschreven door dominee Christien Crouwel, wens ik u allen hele zinvolle en ook vrolijke kerstdagen, daarna een goede jaarwisseling en alvast de beste wensen voor het nieuwe jaar.
Ds. Ph.A. Beukenhorst
De lege stoel
In vele huizen is er dit jaar een lege stoel bijgekomen. Het is de stoel waarop degene gewend was te zitten, die we nu missen.
De vaste plek aan de eettafel. De geliefde plaats in de zitkamer. Waar vader altijd zat, waar moeder zich zo behaaglijk kon nestelen. Ieder van ons zal daar zo zijn of haar eigen beeld bij hebben.
De lege stoel, als een beeld, een symbool, van de lege plaats. In je huis, in je leven, de stilte, het gemis.
In een ander opzicht is de lege stoel ook een godsdienstig symbool. U weet misschien dat het bij gelovige Joden gewoon is om bij bijzondere gebeurtenissen tenminste één stoel bewust onbezet te laten. Die stoel is bestemd voor Elia, zegt men dan. Volgens het Joodse geloof moet je altijd een stoel overlaten voor de profeet die zomaar komen kan. Voor de mens die zomaar langs kan komen, om zich in de kring te voegen.
De vraag is nu, kan die lege stoel, die zo pijnlijk stil in onze huiskamer staat, kan het gemis dat wij voelen, het verdriet – kun je dat op een of andere manier verbinden met het symbool van de lege stoel van de verwachting. Of is dat te veel gevraagd?
Het overlijden van een dierbare, man, vrouw, vader, moeder, vriend slaat een gat in ons leven. Dat is natuurlijk voor iedereen anders en afhankelijk van persoonlijke omstandigheden. Maar ik heb wel geleerd dat er geen weegschaal is voor verdriet. Dat ieder het op een eigen manier beleeft, en dat het niet past om daar van buiten over te oordelen.
Hoe pak je de draad weer op? Ook hier geldt dat ieder daar verschillend mee omgaat. Het kan soms helpen om maar gewoon in het klein te beginnen. Met de dagelijkse dingen, de dagelijkse routine. Het leven gaat door, ons leven gaat door, en we eren de overledenen niet door ons in ons verdriet op te sluiten, door alleen maar stil te blijven staan, door ons te verliezen in het verleden.
De lege stoel. Teken van gemis. Maar, je kunt het ook gaan zien als een teken van hoop. Een spiritueel teken van verwachting. Van uitzien naar een toekomst die wordt gestempeld door de komst van de Messias, het verwachten van een leven zoals het is bedoeld.
Ds. Flip Beukenhorst
Jaarthema: ‘Ga mee!’
Het jaarthema van de Protestantse Kerk in Nederland voor het nieuwe seizoen is: ‘Ga mee ! – Samen getuigen van geloof, hoop en liefde’. Met dit jaarthema worden de plaatselijke protestantse gemeenten van de Protestantse Kerk, overal in Nederland uitgedaagd om samen op te trekken met andere gelovigen en mensen van goede wil.
Ds. René de Reuver, scriba van de landelijke kerk, zegt hierover: “De kerk van Christus is kleurrijker dan we denken. Die diversiteit maakt dat het evangelie in alle talen en alle culturen doorklinkt. Door elkaar als volgelingen van Jezus te zoeken en de hand te reiken, zijn we gezamenlijk krachtige getuigen van Gods goedheid in de wereld. Ik wil gemeenten daarom uitdagen om contact te leggen met andere christenen in de eigen omgeving en te verkennen hoe je samen Gods liefde kunt leven.”
Op dit thema ‘Ga mee !’ kan ook volop worden gevarieerd met andere werkwoorden, zoals: bid mee, doe mee, of zing mee. Denk bijvoorbeeld aan de Week van gebed (bid mee), of een gezamenlijke diaconale of zwo activiteit (doe mee) of een gezamenlijk meezingconcert (zing mee).
Er zijn genoeg inspirerende ideeën te bedenken, in de Huiskamergesprekken van dit najaar komt dit thema aan de orde, denkt u creatief mee? “Ga mee !” – het is vooral uitnodigend naar anderen: gelovig, hoopvol en liefdevol.
Ds. Flip Beukenhorst.
Jezelf openen voor Gods Licht
De zomer: het zonlicht is volop aanwezig. Het Licht, in de Bijbel en in de kerkelijke liturgie is het ook een vaak terugkerend thema.
In het Zeeuws Museum in Middelburg fascineert een bepaald schilderij mij telkens weer, het schilderij van Jan Toorop, ‘Gebed voor de maaltijd’, al 116 jaar oud, gemaakt in 1907. Jan Toorop woonde zelf in Amsterdam, maar elke zomer kwam hij naar Walcheren.
Hij schilderde hier veel godsdienstige motieven, hij tekende Jezus en de 12 discipelen – mensen van toen herkenden dan dat het 12 Westkappelaars waren. Maar Jan Toorop schilderde ook graag het leven van Zeeuwse families op Walcheren. Ook dit schilderij en ook hiervan weet men wie dit zijn.
Het gaat om een familie uit Domburg, de familie Louwerse op de toenmalige hofstede ‘De Brouwerij’. Toorop schilderde boer Bram Louwerse, met zijn twee sterke boerenhanden, in één hand houdt hij uit eerbied zijn pet terwijl hij bidt tot God. Aan tafel zit verder niet zijn vrouw, maar wel zijn twee jongste dochters Johanna en Adriana Maria, die ook in gebed zijn verdiept. De Amsterdammer Toorop was onder de indruk van de vrome en godsdienstige inborst van de Zeeuwen. En als ik hier naar kijk, dan hoop ik als dominee natuurlijk dat dit nà 116 jaar nog steeds zo is op Walcheren. Een levende godsdienstigheid in de gezinnen. Niet enkel maar geschilderde geschiedenis, maar nog steeds werkelijkheid. Zullen we dat samen blijven doen, thuis: een gebed vóór de maaltijd…
Maar als je daarna goed blijft kijken naar het schilderij, dan is hier nog veel meer aan de hand. Het gaat hier om méér dan enkel die goede gewoonte om voor het eten te bidden. Er zit meer diepgang in en ik nodig u uit om mee te kijken naar die diepgang.
Want wat me opvalt is het licht, dat door het venster uitbundig naar binnenkomt. Dat licht zorgt voor een warme gloed, die de familie omringt tijdens dat gebed. Een familie bidt en die familie wordt omringd door het licht. Vandaar mijn titel bij deze meditatie: “Jezelf openen voor Gods Licht”.
Als geoefende Bijbellezer kent u de diepte van het Scheppingsverhaal in Genesis, God schept het Licht: “er zij licht en er was licht”. Later varieert Johannes in zijn evangelie daarop met het Woord dat Licht is voor de mensen, licht dat in de duisternis schijnt. Johannes werkt het in zijn evangelie verder uit: Jezus is door God gezonden, als het Licht voor de wereld. En Johannes getuigt van dat Licht.
Het is mooi om te lezen en te herlezen, totdat het kwartje valt, de troost wordt begrepen: ik sta er niet alleen voor. God zelf biedt licht aan in uw leven. God die ons met zijn licht nabij wil zijn, misschien wel vooral als er duisternis is in ons leven, verdriet of rouw, eenzaamheid, zorgen om een kind, moeilijkheden op het werk. Bezorgdheid om de natuur en de Schepping, bezorgdheid om medemensen. God biedt licht aan. Dat is niet simpel bedoeld, maar wel als troost: hij leeft mee. En ook als opdracht: zullen we er samen wat aan doen.
Maar de vraag is nu: laten wij dat Licht van God ook toe? “Jezelf openen voor Gods licht”, kunnen we dat, willen we dat: onszelf openen voor God. We kijken naar dat schilderij van Jan Toorop, met boer Bram Louwerse en zijn twee dochters. In gebed, omgeven door het uitbundige Licht. Deze mensen maken tijd en ook ruimte, om dat licht van God toe te laten in hun leven. Het gaat niet enkel om een gebed uit gewoonte, dat is te plat. Het gaat om iets heel wezenlijks. Dat heeft de schilder Jan Toorop heel goed gezien en begrepen. Er zit godsdienstige diepgang in de Walcherse mens. En de vraag is: zijn ook wij nog steeds zo? De vraag is: waar besteden wij onze tijd aan? De vraag is: hebben wij oog voor het goede en waar geven wij aandacht aan? De vraag is: welke woorden komen er uit onze mond, zijn dat vooral positieve dingen?
Het gaat er om je open te stellen voor God, ruimte in jezelf maken voor Gods goede licht. Om daarna als lichtdrager van God ook voor anderen te kunnen schijnen. Ga zo deze zomer door, geniet van het licht en geef het licht door! En als je eens tijd hebt, ga eens kijken naar dat schilderij in Middelburg. Mooie stad, overigens.
Ds. Flip Beukenhorst.
DANKJEWEL VOOR ALLES IN DE ZIONSKERK
Met Pinksteren, op zondag 28 mei 2023, verlaten we het gebouw van de Zionskerk. Het zat er aan te komen en nu wordt het werkelijkheid. En dat doet pijn. Pijn omdat we tot dit besluit moesten komen, dat dit moest gebeuren.
Een kerkgebouw verlaten dat 40 jaar geleden is neergezet, deze Zionskerk gebouwd door een grote gemeenschapszin, met de inzet van velen, met verhoogde financiële bijdragen van tallozen die onder andere hun vakantiegeld gaven en zelf dan niet met vakantie gingen. Ik blijf het zeggen en herhalen: dat is niet voor niets geweest, want 40 jaar lang zijn er sinds 1984 in de Zionskerk hele mooie dingen gebeurd, werden prachtige activiteiten georganiseerd, werd het geloof in God verkondigd en beleefd, was er grote betrokkenheid op elkaar. Daarom aan velen: dankjewel voor dat alles in de Zionskerk!
Het doet ook pijn als je nadenkt over de oorzaken: minder leden, minder kerkgangers, minder middelen. Dan komt de vraag: is er dan minder geloof in onze kerkelijke gemeente, in ons dorp, in Nederland? En: hoe moet het nu verder, hoe gaat het verder met onze Protestantse Gemeente te Oostkapelle?
Dan kies ik voor een positieve insteek: we gaan vol goede moed verder en dan is het prachtig om met elkaar bezig te zijn om onze protestantse gemeente in de komende jaren veel te laten betekenen voor de mensen in Oostkapelle, heel concreet, heel praktisch. Het is duidelijk dat we toegroeien naar een gemeente met een kleinere kern aan heel betrokken mensen en een bescheiden portemonnee, zodat er goed moet worden gekeken naar waar we onze energie en middelen in steken. Maar we blijven dit vol geloof, hoop en liefde, geïnspireerd door God en zijn Woord, samen doen.
Ds. Flip Beukenhorst, Oostkapelle.
Uit liefde voor jou – ontvangen en delen
‘Uit liefde voor jou’ is in dit jaar 2023 het thema, dat de Protestantse Kerk in Nederland voorstelt voor de Veertigdagentijd op weg naar Pasen. ‘Uit liefde voor jou’ – het zijn woorden die laten zien dat je voor iemand van betekenis wilt zijn. Dat het je echt om die ander te doen is. Jezus heeft ons laten zien hoe je dat kunt doen. Hij gaf zijn tijd, zijn aandacht en zelfs zijn leven uit liefde voor mensen.
Een plek die ons daaraan herinnert is de Tafel van de Heer, waar we worden opgeroepen om te delen van wat we ontvangen. Bij Christus aan Tafel is overvloed. Zo inspireert Jezus ons tot op de dag van vandaag. In de Veertigdagentijd geven we zijn liefde door: aan mensen dichtbij en ver weg. Samen dichtbij in ons eigen dorp Oostkapelle. Samen ook verder weg via Kerk in Actie.
De Veertigdagentijd is een tijd van bezinning, we denken na over ons christen-zijn, wat betekent het, wat is de essentie ervan? De Veertigdagentijd is ook een periode van bewuster leven, soberder leven. Als protestanten hebben we in de afgelopen jaren het ‘vasten’ herontdekt, als het tijdelijk afzien van teveel eten of drinken. Maar vasten betekent óók: positief aandacht hebben voor de goede gaven. De kerkhervormer Maarten Luther schreef al dat elke maaltijd een gave is die wij van God ontvangen. Niet alleen het voedsel zelf, maar ook de inspanningen van de kok(kin) die de maaltijd heeft bereid en de arbeid op het veld en in de fabriek die eraan vooraf ging. En bovendien, schrijft Luther, is de verbondenheid met eventuele tafelgenoten en alle mensen die eten: ook een gave.
Aardse goederen en mensen dichtbij en verder weg beschouwen als ontvangen gaven van God. Om met hen te delen. Uit liefde voor jou.
Ds. Flip Beukenhorst, Oostkapelle.
God zakt door de knieën
Als een vader of een moeder, een opa of een oma met een kind speelt, blijft hij of zij niet in volle lengte vóór het kind staan. Een (groot)ouder zakt door de knieën, maakt zichzelf klein. Zo komt een (groot)ouder op het niveau van het kind om te delen in de situatie van het kind. Op ooghoogte knielt een vader of een moeder, een opa of een oma bij het kind. Ingewikkelde taal wordt vergeten, om woorden te spreken die een kind al kan begrijpen.
In de weken van de Advent leven we toe naar het Kerstfeest. Het feest dat God door zijn knieën zakt. Want God leeft het leven op ooghoogte met ons. Hij spreekt de taal van ons stamelen. Jezus, de kleine koning, heeft niet eens een plek waar hij fatsoenlijk geboren zou kunnen worden. En niet veel later moet de kleine koning met zijn ouders worden verstopt en naar het buitenland vluchten. Want zijn leven wordt meteen al door machthebbers bedreigd. Daarin is Jezus niet eens uniek, hij was niet de eerste vluchteling en ook niet de laatste. Denk vandaag maar aan de vluchtelingenkinderen in Griekenland of de vele vluchtelingen uit Oekraïne.
Jezus, de kleine koning, verschijnt eerst in ons midden met luiers en in een kribbe, in een voerbak. Het is haast belachelijk. Moet dit zijn waarde tonen? Je zou het bijna godslastering kunnen noemen. Maar dit is wat God zelf met Kerstfeest doet.
Het is een vreemde, maar tedere gedachte dat ons leven en dat de wereld niet door de macht van machthebbers wordt gered. De liefde van Hem, die gelijk wil worden met de geliefde mens – dat is de verlossende kracht.
Ds. Flip Beukenhorst, Oostkapelle.
Kerk en Synagoge
Zondag ‘Kerk en Synagoge’. In alle kerkelijke gemeenten van de Protestantse Kerk in Nederland is het elk jaar op de eerste zondag van oktober ‘Israël-zondag’. Ik heb het dan liever over ‘Kerk en Synagoge’, want bij het woord Israël gaat het al snel over politiek. En sinds ik zelf in Israël ben geweest, weet ik dat ze allebei rechten hebben, de Israëli’s hebben rechten én de Palestijnen hebben rechten. Het gaat er wat mij betreft niet om politieke propaganda te voeren vóór of tègen, het gaat wel om het geloof. De verbondenheid (zelfs ‘onopgeefbaar’, zoals in onze Kerkorde staat) tussen gelovige christenen en gelovige joden, kerk en synagoge. In verbondenheid geïnteresseerd zijn in elkaars gelovige traditie.
In de Joodse traditie wordt in oktober het Loofhuttenfeest gevierd. Het is één van de feesten die het christendom niet heeft overgenomen van het jodendom. Het zou zo mooi zijn om meteen na de zomer ook zo’n feest te vieren. Nu moeten wij, als christenen, nog wachten tot Advent. Maar we kunnen wel de betekenis van het feest tot ons nemen.
Het Loofhuttenfeest (‘Soekot’ in het Hebreeuws) is een feest van zeven dagen, waarin men terugdenkt aan de tijd waarin het volk Israël op weg was naar het beloofde land Kanaän. Soekot is een vreugdevol feest waarbij men ook viert dat de laatste oogst is binnengehaald. In Leviticus 23, 33-43 geeft God de opdracht om ieder jaar een week lang het Loofhuttenfeest te vieren om terug te denken aan de tijd dat het volk Israël bevrijd werd uit het slavenland Egypte en daarna 40 jaar door de woestijn trok.
Dit jaar is het Loofhuttenfeest van 9 tot 16 oktober 2022. De bedoeling is dat je voor die periode in je tuin of op je balkon een hut bouwt en daar een week in woont. De loofhut wordt gemaakt van natuurlijk materiaal, zoals takken en bladeren. Ook het dak wordt daarvan gemaakt. In het dak zitten kleine kieren, waardoor je de sterren kunt zien, het contact met de hemel. Door een weeklang in zo’n hut te wonen, sta je er bij stil hoe kwetsbaar en afhankelijk je bent en hoe belangrijk het besef is dat God je draagt. Het getuigt van een grote levenswijsheid om zo te leven, dat je het contact met ‘de hemel’ vasthoudt – en niet je hele leven dichttimmert met allerlei zekerheden.
In de loofhut en in de synagoge wordt gedurende het Loofhuttenfeest gezwaaid met een bundeltje takken van vier verschillende bomen. Een palmtak, een mirretak, een wilgentak en een etrog (citrusvrucht). Deze bundel takken wordt de ‘loelav’ genoemd. Tijdens de sjabbat op het Loofhuttenfeest zie je mensen met deze bundel naar de synagoge lopen. Natuurlijk heeft alles een betekenis en zijn het niet zomaar willekeurige takken! De etrog is geurig en smakelijk; dat slaat op de mensen die zowel de Tora bestuderen en ook leven. De palmtak is geurloos maar wel smakelijk; dat slaat op degenen die zich beperken tot de enkel Tora-studie. De mirretak is geurig, maar zonder smaak; dat stelt de mensen voor die de Tora niet bestuderen, maar hem wel leven. De wilgentak heeft geen geur en geen smaak, deze stelt de mensen voor die de Tora niet lezen en ook niet leven. Die hele bundel vormt een eenheid, iedereen hoort erbij en vult aan wat de ander mist.
Wat een prachtig beeld voor hoe ook wij als christelijke gemeente mogen zijn, zonder oordeel naar elkaar toe. Synagoge en Kerk, we kunnen veel van elkaar leren.
Ds. Flip Beukenhorst.
'Aan tafel'
Het jaarthema van de Protestantse Kerk in Nederland voor het nieuwe seizoen is: ‘Aan Tafel! – Van de Maaltijd van de Heer naar de tafel van verbinding’.
In de Bijbel – ook in de kerk – wordt vaak samen gegeten. Gasten worden ruimhartig genodigd, want samen eten schept verbondenheid. Het voedt niet alleen het lichaam, maar ook de ziel. Want terwijl je met elkaar in gesprek bent, ga je elkaar met andere oren horen en met andere ogen zien. Dat gebeurt begin september bij de maaltijd op startzaterdag en later tijdens het happen en trappen. Doet u mee?
De belangrijkste maaltijd in de Bijbel is de Maaltijd van de Heer. Wie aan de avondmaalstafel deelneemt, gaat in wezen aan tafel bij Jezus Christus. Ook dát kan deze maand september weer.
Telkens wanneer wij als kerkelijke gemeente deze bijzondere Maaltijd vieren, gedenken wij Jezus’ leven en dood door brood en wijn te ontvangen als tekenen die verwijzen naar zijn lichaam en bloed. Aan de Tafel denken we aan zijn inspirerende manier van leven en zijn wijze van sterven. Het eten van ‘het brood uit de hemel’ en ‘de wijn van het koninkrijk’ maakt je tot een ander mens.
Aan Tafel ontmoeten we het levende Woord. Wie aandachtig luistert zal in die zin ruimschoots te eten hebben en genieten van een overvloedig maal. Wie zijn oor bij Hem te luisteren legt, ontvangt leven in al zijn volheid. Bij Jezus aan tafel is overvloed. De genade die je daar ontvangt, is genoeg om van te leven en om uit te delen. Vanaf die tafel, waaraan we namens Christus ook anderen nodigen, bewegen we de wereld in om genade handen en voeten te geven. Liefde en solidariteit te delen, in verbondenheid met velen.
ds. Flip Beukenhorst, Oostkapelle.
Taizé
Ongeveer drie keer per jaar, begin juli was het weer zover, organiseert onze Protestantse Gemeente te Oostkapelle een Taizé-avondgebed, een oecumenische gebedsdienst. Een half uurtje van rust, Bijbellezing, lange stilte, liederen herhalend zingen – alles “op de wijze van Taizé”. En steeds klinkt er ook mooie muziek.
Taizé is een klein dorp in Boergondië, in het oosten van Frankrijk, vooral bekend om de oecumenische gemeenschap die er leeft, met meer dan honderd protestantse én rooms-katholieke broeders.
Vanaf Pasen en in de zomer komen elke week (van zondag tot zondag) uit alle landen van Europa, heel veel jongeren – en ouderen – naar Taizé. Volgende maand in augustus, beginnen mijn vrouw en ik ook weer onze zomervakantie met een weekje in Taizé. Op het dagprogramma staan ontmoeting en dagelijkse bezinning over een Bijbelgedeelte, ingeleid door één van de broeders. Drie maal per dag komen de broeders met alle bezoekers bijeen voor een gebedsdienst in de ‘Verzoeningskerk’, met veel zingen en een lange tijd van stilte.
Frère Roger Schutz (1915-2005), de protestantse stichter van de gemeenschap in Taizé, droomde over de eenheid van de kerken. Hij ontwikkelde in Taizé een model hoe christenen uit verschillende tradities en kerken, samen konden bidden, zingen, stil zijn en lezen uit de Bijbel. Zijn visie was vooral ook: de spiritualiteit en de liturgie moesten sober zijn en sober blijven.
Die soberheid zoeken we ook, telkens bij het Taizé-avondgebed in Oostkapelle. Een deelneemster aan het Taizé-gebed zei me ooit: ’s ochtends kom ik naar de kerk voor de gemeenschap met anderen, maar tijdens het Taizé-gebed kom ik dichtbij God.
Het volgende Taizé-avondgebed in de protestantse Dorpskerk in Oostkapelle wordt gehouden op zondagavond 23 oktober 2022 om 19 uur.
ds. Flip Beukenhorst, Oostkapelle.
Waarom christenen de evangelische beweging verlaten
De laatste jaren zijn er in Nederland veel bloeiende evangelische gemeenten ontstaan. Maar er is ook een andere kant. Katie Vlaardingerbroek is schrijfster, godsdienstwetenschapper en cultuuronderzoeker en ze deed onderzoek naar de nieuwe evangelische ontwikkelingen binnen Nederland.
Vlaardingerbroek wijst op een toenemende groep christenen die het geloof niet langer handen en voeten kan geven in de evangelische traditie. Omdat God te lief en geloven te simplistisch is gemaakt, is er te weinig plek voor pijn, frustraties en woede. Katie groeide zelf op in een achterstandswijk in Den Haag. Haar vader Matthijs startte daar een nieuwe christelijke geloofsgemeenschap. Van huis uit had ze een eenzijdig godsbeeld meegekregen: geloven is simpel en logisch; Jezus staat altijd voor mij klaar en Zijn aanwezigheid kun je ervaren. In de loop der jaren heeft ze ontdekt dat deze evangelische beloftes voor haar niet in vervulling kwamen. Sterker nog: het geloof is juist niet simpel. En als evangelisch kind hoorde ze altijd dat God onvoorwaardelijk van mensen hield, maar in de praktijk leek Hij alleen van je te houden als je je hart aan Jezus gaf. Het idee dat geloven altijd fijn is, werkt ook niet in het echte leven. En als dat begint te schuren denken veel mensen dat ze niet gelovig zijn of kunnen zijn. Maar sla de Bijbel maar eens met vers perspectief open. Dan lees je ook over een God die er op het ene moment wel is en op het andere moment afwezig is. En als God er wél is, doet Hij dat ook nog eens op een heel onverwachte manier. Katie Vlaardingerbroek analyseert: omdat God te lief en geloven te simplistisch is gemaakt, is er in de evangelische beweging te weinig plek voor pijn, frustraties en woede.
In de loop der jaren is er het beeld ontstaan dat de traditionele protestantse gemeenten leeglopen en dat de evangelische gemeenten volstromen en dé toekomst zijn. Het mooie is dat de evangelische beweging heel goed is in het aantrekkelijk maken van geloof. Kijk maar naar de EO-jongerendag. Maar de laatste jaren ontdekken steeds meer jongeren: ‘Dit is het niet meer voor mij.’ Het valt dan ook op dat bijvoorbeeld zo iets als de EO-jongerendag een steeds jonger publiek aantrekt, want 16-jarigen vinden de geïmporteerde popcultuur uit Amerika helemaal leuk. Maar een 20-jarige zit daar niet op te wachten. Dat is deel van het probleem van de evangelische beweging. Ze is, vooral met betrekking tot haar jongerenwerk, voor haar relevantie afhankelijk van de muziekcultuur, maar loopt hier voortdurend in achter.
De evangelische beweging leek een tijdje het antwoord op ontkerkelijking, maar kan niet het antwoord blijven. In onze poging om het antwoord te vinden, zijn we commerciëler gaan denken. Onbewust is de boodschap doorgegeven dat geloven gaat om jezelf comfortabel voelen. Daardoor is er een bepaalde marktmentaliteit ontwikkeld. ‘We hebben een product en dat moeten we zo goed mogelijk verkopen om mensen in aanraking te brengen met God.’ Maar daardoor is het idee ontstaan dat het prima is om van de ene naar de andere kerk te hoppen. En als je je even niet comfortabel voelt zoek je een groep waar je je wel op je gemak voelt. Ook leidt deze manier van denken tot een passief christendom. Achterover leunen, genieten van de muziek en God ervaren klinkt mooi, maar zo is kerk-zijn door God niet bedoeld. Misschien kunnen evangelischen en protestanten eens met elkaar in gesprek?
ds. Flip Beukenhorst, Oostkapelle.
Alles komt goed ?!
We beginnen er weer aan. We hebben kruis en opstanding herdacht, we hebben weer bewust Pasen gevierd, het Licht van God breekt door, dwars tegen de duisternis in, tegen het kwaad en tegen de dood. Het telkens weer nieuwe Licht, dat symbolisch en visueel te zien is bij het branden van de nieuwe Paaskaars.
En nu mogen we weer vrolijk op pad. Alhoewel… vrolijk… de realiteit op veel plaatsen in de wereld lijkt minder vrolijk. En dan denken we deze weken natuurlijk aan die verschrikkelijke oorlog in Oekraïne – maar ook dichterbij huis, de corona die nog steeds mensen ziek maakt, minder heftig maar toch, ook ikzelf heb ervan geweten. We hebben Pasen gevierd, de pijn gaat dan niet zo maar weg, maar we geloven wel dat God ons blijft steunen, want we zongen met Pasen ons geloof: Gods zoon leeft!
‘Alles komt goed?!’ – dat was dit jaar het thema voor de 40-dagen en met Pasen zelf. ‘Alles komt goed’ met een vraagteken én met een uitroepteken. Een vraagteken, want komt alles wel goed? Ik noemde al die oorlog en de corona. Maar ik denk bovendien ook aan de soms plotse rouw die diverse families in onze gemeente in de afgelopen weken troffen. Ik weet van vele vormen van pijn waar mensen hier in ons dorp mee moeten leven, misschien bent ook u een van die velen.
Dat vraagteken bij ‘Alles komt goed?’ kan soms heel groot zijn. En met het bewust vieren van Pasen en het vrolijk zingen van Paasliederen, is dat vraagteken niet ineens weg gegaan.
Maar wat met Pasen elk jaar weer wel gebeurt: naast ons menselijk vraagteken, plaatst God een duidelijk uitroepteken! God komt met iets hoopvol. Op weg naar Pasen en met Pasen zagen we die poster met de foto van die jongen in Libanon, die vioolspeelt met op de achtergrond een kapotgeschoten stad. Blijven hopen, blijven geloven in Gods nieuwe begin. Blijven geloven dat God sterker is dan de macht van het kwaad of de dood. We beginnen er weer aan!
ds. Flip Beukenhorst, Oostkapelle.
Kerk in het dorp
Kerkgebouwen worden verkocht, dat gebeurde al vele jaren geleden, recent was dat in Serooskerke en Grijpskerke zo, nu is Oostkapelle aan de beurt. Twee kerkgebouwen voor één protestantse gemeente, dat is teveel. Maar wat kies je dan? Telkens wordt een besluit genomen, op basis van redelijke argumenten en objectieve adviezen, na een helder en transparant proces, iedereen kan zijn en haar mening geven. Maar het doet in elke dorp telkens weer pijn, dat men dit moet besluiten, een kerkgebouw verkopen, waarin 40 jaar (of nog langer) hele mooie dingen gebeurden en activiteiten werden georganiseerd. Die pijn moet telkens worden verwerkt. Het doet pijn: minder leden, minder kerkgangers, minder middelen. Is er ook minder geloof? Hoe moet het nu verder?
Toen Mozes met het volk door de woestijn doolde en de mensen morden en ze het ook niet meer wisten, toen zond Mozes twaalf verspieders om in de toekomst te kijken en het land te verkennen. Zo zijn wij nu ook, we moeten verkennen hoe nu verder, welke kerkgemeenschap, welke protestantse gemeente kunnen en willen we in de toekomst zijn?
De verspieders deden bij Mozes verslag met de woorden: ‘Het is prachtig’. Ze hadden ook over de gevaren kunnen beginnen, over alle belemmeringen en obstakels. In de kerk praten we vaak over de ontwikkelingen met dat veel gebruikte woordje ‘minder’.
Maar als we het hebben over hoe nu verder, kunnen we ook eens die Bijbelwoorden op ons in laten werken: ‘Het is prachtig’. We gaan vol goede moed verder en dan is het prachtig om met elkaar bezig te zijn met de vraag wat onze protestantse gemeente in de komende jaren kan betekenen voor de mensen in het dorp waar we leven, heel concreet, heel praktisch. Het is duidelijk dat we toegroeien naar een gemeente met een kleinere kern aan heel betrokken mensen en een bescheiden portemonnee, zodat er goed moet worden gekeken naar waar we onze energie en middelen in steken. Maar het is prachtig als we dit, geïnspireerd door God en zijn Woord, samen zullen blijven doen.
Het is prachtig, want het kan een nieuwe start worden. Een positief en nieuw elan geven aan elke kerkelijke gemeente – intern, maar ook sámen met het dorp. We gaan verder mét het diepe verlangen om van betekenis te zijn voor onze omgeving. Kerk-zijn in het dorp, in een plattelandscontext kent kansen en uitdagingen.
De kerk in een dorp is anders dan van een stad, door de ruimte en het groen. De schaal van een dorp maakt het mogelijk om veel mensen te kennen. Je komt dezelfde mensen vaak op verschillende plekken tegen. Wonen, leven en geloven vallen in een dorp vaak samen. Een dorpskerk, die deel uitmaakt van het dorpsleven en de dorpscultuur, heeft veel te bieden: een gemeenschap, een gebouw, mensen die leven vanuit hun geloof.
Maar dan de vraag: hoe laat je als kerk en als kerkelijke gemeente aan het dorp weten wat je te bieden hebt? Hoe kun je vorm geven aan geloven, in verbinding met mensen binnen en buiten de kerk? Wat is ons fundament als dorpskerk? Die vragen komen voort uit het verlangen om kerk te zijn in het dorp.
In de Dorpskerkenbeweging die actief is binnen de Protestantse Kerk in Nederland, wordt vaak met vier inhoudelijke thema’s gewerkt:
1-Het geloofsgesprek, hoe geef je geloof vorm, zien we sporen van Gods aanwezigheid in het dorp?
2-Lichter kerk-zijn, hoe verder met minder mensen en minder middelen?
3-Relatie kerk en dorp, hoe leg je verbinding met mensen in het dorp, met wat hen bezighoudt?
4-Kerk en leefbaarheid, wat kunnen we bijdragen aan eenzaamheid, duurzaamheid, landbouw, armoede en vergrijzing?
Betrokken kerk-zijn in ons dorp, waar het goed leven is. Doet u mee? Het is prachtig!
ds. Flip Beukenhorst, Oostkapelle.
Advent: Wachten op…
Wachten op… het was het thema van de thema- en instapdienst in november, maar in de kerkelijke liturgie komt het jaarlijks aan de orde. Advent, 4 zondagen wachten en verwachten hoe God ons weer Licht en Liefde zal geven met de doorbraak van zijn Koninkrijk hier al op aarde en de komst van zijn zoon Jezus Christus. Wachten op… In de afgelopen weken, in het afgelopen jaar hebben we dat volop gedaan, wachten op telkens weer een persconferentie van de premier. En dan wachten op de positieve gevolgen van de striktere maatregelen. Het is wachten tot iedereen hier op een verstandige wijze mee omgaat. Wachten op… het roept bij mij twee vragen op. Wachten… kunnen we dat eigenlijk nog wel? Of wachten we soms te lang? Eerst: kunnen we het nog wel? Dat vraag ik me af, tegenwoordig willen we dat alles snel moet gebeuren, we hebben geen geduld meer om te wachten, we willen alles met spoed regelen in plaats van eerst eens rustig na te denken. We zijn enerzijds té gehaast om te wachten. Maar anderzijds wachten we soms te lang. Een kind wacht, later als ik groot ben! Een tiener wacht, later als ik een baan heb en zelfstandig zal zijn. Een hard werkend mens die wacht, later als ik met pensioen ben, zal ik genieten. Van jong tot oud, soms wachten we te lang om in het nú te leven en nú iets goeds te doen. Wachten op… In de Bijbel zijn er vele verhalen over mensen die wachten: Abraham, Jona, Samuël, Hanna, Elizabeth, Maria… om er maar enkelen te noemen. En God? God wacht niet tot de mens het weer goed maakt. Niet wachten tot een ander het goed maakt… kunt u dat ook? God wacht niet, maar vergeeft, God gaat verder, God vindt een nieuwe oplossing, God komt met zijn zoon naar ons toe. Wachten op… Dominee Dietrich Bonhoeffer schreef: ‘Maar er zullen mensen zijn die bidden en het goede doen en wachten op Gods uur’. Dus hoe wachten en verwachten in Advent? Door te bidden en door het goede te doen – en zó wachten op Gods uur. Advent: tijd van wachten en verwachten, tijd om te bidden en het goede te doen.
Ds. Flip Beukenhorst
Vol goede moed verder!
‘Het is prachtig,’ vertelden ze, ‘dat land dat de HEER, onze God, ons zal geven!’
(Deuteronomium 1 vers 25.b)
De Zionskerk wordt verkocht. Het besluit is genomen, op basis van redelijke argumenten en objectieve adviezen, na een helder en transparant proces, iedereen kon zijn en haar mening geven. Maar het doet pijn, dat we dit moesten besluiten, een kerkgebouw verkopen, waarin 40 jaar lang hele mooie dingen gebeurden en activiteiten werden georganiseerd. Die pijn zullen we moeten verwerken. Het doet pijn: minder leden, minder kerkgangers, minder middelen. Is er ook minder geloof? Hoe moet het nu verder?
Toen Mozes met het volk door de woestijn doolde en de mensen morden en ze het ook niet meer wisten, toen zond Mozes twaalf verspieders om in de toekomst te kijken en het land te verkennen. Zo zijn wij nu ook, we moeten verkennen hoe nu verder, welke kerkgemeenschap, welke protestantse gemeente kunnen en willen we in de toekomst zijn?
De verspieders deden bij Mozes verslag met de woorden: ‘Het is prachtig’. Ze hadden ook over de gevaren kunnen beginnen, over alle belemmeringen en obstakels. In de kerk praten we vaak over de ontwikkelingen met dat veel gebruikte woordje ‘minder’.
Maar als we het hebben over hoe nu verder, kunnen we ook eens die Bijbelwoorden op ons in laten werken: ‘Het is prachtig’. We gaan vol goede moed verder en dan is het prachtig om met elkaar bezig te zijn met de vraag wat onze protestantse gemeente in de komende jaren kan betekenen voor de mensen in Oostkapelle, heel concreet, heel praktisch. Het is duidelijk dat we toegroeien naar een gemeente met een kleinere kern aan heel betrokken mensen en een bescheiden portemonnee, zodat er goed moet worden gekeken naar waar we onze energie en middelen in steken. Maar het is prachtig als we dit, geïnspireerd door God en zijn Woord, samen zullen blijven doen.
Ds. Flip Beukenhorst
Twee dingen: bidden en gerechtigheid doen
Deze zomer hebben we volop aandacht voor de Duitse dominee en verzetsleider Dietrich Bonhoeffer (1906-1945). We hadden al een filmavond en een kerkdienst over hem. In augustus is er nog de expositie in onze protestantse Dorpskerk in Oostkapelle.
Als Bonhoeffer in de gevangenis zit omwille van zijn verzet tegen de nazi’s, ziet hij wat er van de kerk geworden is. Hoe de kerk, niet alleen in Duitsland, niet in staat is geweest om het Evangelie zó te verkondigen dat de wereld erdoor positief veranderde. In zijn tijd ziet Bonhoeffer hoe een groot deel van de kerk meeliep in de beweging van de zgn. Deutsche Christen, mee met Hitler in plaats van zich te verzetten. Hoe kon dat gebeuren?
Dat is de vraag van Bonhoeffer. Eén van de redenen is voor hem het feit dat de kerk God als een soort van stoplap gebruikt voor de momenten dat wij het niet meer weten. De kerk blijft God aanbieden bij crisis, bij eenzaamheid, bij ziekte, bij dood. Nee, zegt Bonhoeffer. God is geen doekje voor het bloeden. God is niet enkel en alleen bedoeld als troost.
De oproep van Bonhoeffer is: laat God toe in het hart van je bestaan. Begin daarom je dag met een half uur stilte. Adem met je adem de woorden van God in, met dagelijkse stille tijd. Maar Bonhoeffer zei dan ook: het gaat niet om de vrome enkeling, om religieuze gevoelens die men alleen beleeft. Het gaat wel om de Bijbel en een kerk als tegenwicht tegen onrecht, omdat men vanuit de Bijbel weet hoe men als profeten, goddeloze heersers moet weerstaan. Geloof is geen privézaak. Er mag vanuit de kerk profetisch gesproken worden over wat er in de maatschappij gebeurt. Daarom heb je dagelijks die stille tijd nodig, zodat je vertrouwd bent met de stemmen uit de Bijbel. Én je hebt daarbij ook een goede blik nodig op wat er gebeurt in de wereld.
En met die bedoeling schrijft Bonhoeffer in een brief: “…ons christen-zijn zal tegenwoordig slechts uit tweeërlei bestaan: bidden en het doen van gerechtigheid onder de mensen.”
Ds. Flip Beukenhorst
Verder met barmhartigheid
Tijdens de 40 dagen op weg naar Pasen lazen velen de kalender van Petrus, uitgegeven door de Protestantse Kerk in Nederland. Het thema was: ‘Ik ben er voor jou’ en we lazen uit de Bijbel in Matteüs 25,31-46 over de werken van barmhartigheid. Het was een goede voorbereiding en bezinning op weg naar Pasen.
Begin april vieren we Pasen. Jezus was gekruisigd en gedood, maar is weer opgestaan. Het kwaad is overwonnen, de dood is verslagen, de zonde is vergeven en wij mogen nu verder als bevrijde en verloste mensen. Maar is het daarmee klaar? Kunnen we nu achterover leunen, want Jezus heeft mij gered, ik hoef niets meer te doen?
Jezus vertelt in Matteüs 25 met opvallende beeldspraak dat hij als Koning zal komen en dat hij dan mensen zal zien als schapen en als bokken. Jezus komt als Koning om mensen aan te spreken op hun verantwoordelijkheid, want het doet er wel degelijk toe wat je in en met je leven doet. Jezus roept mensen ter verantwoording: wat doet u voor een ander? En Jezus laat dan ook meteen blijken dat hij zich helemaal verbonden voelt met de minste mensen, met mensen in nood, met mensen die geen helper hebben. En dan komt de vraag: wat betekent u als christen, als navolger van de Opgestane Heer Jezus Christus, wat betekent u voor die mensen?
Zo zijn die werken van Barmhartigheid ontstaan. Hongerigen te eten geven en dorstigen te drinken, dat doet u door de Voedselbank te steunen. Naakten kleden, door iets van uw grote kleren voorraad te geven aan een Kringloopwinkel. Vreemdelingen onderdak bieden doet u al door niet negatief over asielzoekers te praten en u oprecht in te leven in hun situatie. Zieken verzorgen doet u als mantelzorger voor familie en anderen. Gevangenen bezoeken doet u door mee te doen met schrijfacties. Dat zijn de zes Bijbelse werken. In de loop der eeuwen kwam daar eerst de zorg om doden en rouwenden bij en sinds de laatste eeuw ook de zorg om Vrede en Gods Schepping.
Negen keer barmhartigheid: 6 uit de Bijbel, plus 3 extra, dat zijn 9 uitnodigingen in de navolging van de Opgestane, die de mensen op ultieme wijze liefhad.
Ds. Ph.A. Beukenhorst
40 dagen barmhartigheid: ‘Ik ben er voor jou’
Het thema van de 40-dagentijd dit jaar in 2021 is: “Ik ben er voor jou”. Sinds lang zijn de weken vóór Pasen een tijd van inkeer, bezinning en gebed. Vroeger werd dit ook wel de ‘Lijdenstijd’ genoemd. Of ‘Vastentijd’, niet enkel Rooms-katholieken leven in deze tijd iets soberder. Maar de huidige algemene term is nu dus: ‘40-dagentijd’. 40-dagen sinds Aswoensdag op 17 februari en eindigend met Pasen op 4 april 2021.
We staan stil bij het leven van Jezus. Hij inspireert ons. Als ultieme daad van goedheid gaf hij zijn leven en stond hij op uit de dood. De hoop die dát geeft, geven we door: door barmhartig te zijn en goed te doen. Nu meer dan ooit, in deze tijden van corona beperkingen. Er zijn zóveel mensen die wachten op een beetje barmhartigheid, op een daad van goedheid. Jezus laat ons zien wat barmhartigheid is en nodigt ons uit tot de zes Bijbelse werken van barmhartigheid, ze staan vermeld in het evangelie naar Matteüs 25, 31-46: de hongerigen eten geven, de dorstigen te drinken, de naakten kleden, de vreemdelingen onderdak bieden, de zieken verzorgen, de gevangenen bezoeken.
Hongerigen te eten geven en dorstigen te drinken, dat kunnen we door de Voedselbank te steunen, ook via de aardappelactie voor Indonesië. Naakten kleden, dat kunnen we door iets van onze grote kleren voorraad te geven aan een Kringloopwinkel. Vreemdelingen onderdak bieden kunnen we al door niet negatief over asielzoekers te praten en ons oprecht in te leven in hun situatie. Zieken verzorgen kunnen we als mantelzorgers doen voor nabije familie en ook anderen te helpen. Gevangenen bezoeken kunnen we ook al door mee te doen met schrijfacties voor of aan hen die waar ook ter wereld soms onterecht gevangen zijn. Kunnen we, kunnen we… In het geciteerde evangeliegedeelte prijst Jezus hen die het ook doen!
In de huidige 40-dagen kalender van Petrus uitgegeven door de Protestantse Kerk in Nederland, worden ideeën aangereikt om met deze zes Bijbelse werken van barmhartigheid aan de slag te gaan, inspirerende ideeën om uit te werken in onze eigen situatie.
Maar hoezo, zes werken van barmhartigheid? We hebben toch altijd gehoord: zeven? Het gaat toch om de Zeven werken van Barmhartigheid. Die zeven, dat is een latere kerkelijke uitvinding, want – lees maar na – in het evangelie naar Matteüs staan er maar zes, zes werken waarmee je mensen kunt helpen, mensen helpen die verder geen helper hebben.
Het zevende werk van barmhartigheid is: aandacht voor de doden. Dat staat niet in het evangelie naar Matteüs als een werk van barmhartigheid, die is er in de Kerk pas bij gekomen in de 13de eeuw. In de 13de eeuw heerste in Europa een verschrikkelijke dodelijke ziekte, de pest. Vele mensen, jong en oud, overleden tegelijkertijd. Het begraven van die vele overleden mensen en het nabij zijn van de rouwende families werd vanaf de 13de eeuw een extra, zevende werk van barmhartigheid. En dat doen we gelukkig allemaal, rouwenden nabij zijn.
En tegenwoordig zijn er nog twee extra werken van barmhartigheid, die zijn er heel recent bij gekomen. In de vorige eeuw, de 20ste eeuw met twee Wereldoorlogen, met dreiging van verschrikkelijke wapens, met vele conflicten tussen mensen, is er een extra werk bijgekomen: vrede stichten. En de meest recente kwam in deze 21ste eeuw: de grote zorg om Gods Schepping, onze verantwoordelijkheid om de aarde, de natuur goed te beheren en te bewaren.
Negen werken van Barmhartigheid. Zes uit de Bijbel, plus drie extra, dat zijn negen uitnodigingen aan ons om dat thema van deze 40-dagentijd in 2021 concreet te maken: ‘Ik ben er voor jou’. Barmhartig op weg naar Pasen, op weg naar het feest van de Opgestane, die de mensen op ultieme wijze liefhad.
Ds. Flip Beukenhorst.
Hoop-volle stilte in coronatijden
De coronapandemie houdt ook in Oostkapelle mensen in de greep. Gelukkig is er een begin gemaakt met vaccineren, in Zeeland sinds 15 januari: 300 verpleegkundigen per dag. Het einde is dus nog lang niet in zicht. De gevolgen van de pandemie zijn zwaarder dan ooit. De strenge lockdown duurt voort. Nieuwe varianten van het virus maken het nog zorgelijker, waardoor we enkel online kerkdiensten blijven houden. Kerkdiensten die we thuis bekijken, meestal in stilte.
Het zijn zware en verdrietige tijden voor ons allemaal. Het duurt al zo lang. Wanneer kunnen we weer gewoon bij elkaar komen en uit volle borst zingen? Wanneer zingt het Projectkoor weer? Wat rest ons nog als protestantse gemeente? Wat kunnen we bidden tot God? Blijft alles en iedereen maar stil?
Maar dan bedenk ik: stilte nodigt ook uit, stilte verlangt naar iets. Stilte is hoopvol. In het Liedboek staat de berijmde versie van Psalm 65: ‘De stilte zingt U toe, o Here’. Deze woorden troosten mij in deze verdrietige situatie. Die noodgedwongen stilte, het niet hardop zingen in de kerkdienst is ook lofprijzing van God. God hoort ook ons zwijgen als loflied. Ds. René de Reuver, scriba van de landelijke PKN, liet zich inspireren door deze Psalm en schreef als gebed:
Eeuwige God, U die woont en troont in Sion, hoorder van het gebed, tot U komen wij in stilte, niet goed wetend wat te bidden. We zijn uit het veld geslagen, niet in staat om bijeen te komen en uit volle borst U de lof te zingen.
We zijn stilgevallen en weten niet hoe lang alles nog zal duren, zelfs niet of onze gezondheidszorg het wel aan kan en of wij zelf niet besmet, ziek en geveld zullen raken. In deze nood komen wij tot U, in stilte biddend om gehoor, om vertroosting, om nabijheid, om perspectief.
Hoor ons: wees ons genadig! U, die onze stilte hoort en peilt, hoor ons stil zijn als loflied, als aanbidding, als roep om genade en ontferming. Tot U komt al wat leeft, tot U, o redder uit ellende, die alle schuld vergeeft. Geef ons kracht om het vol te houden, vertrouwen dat U ons stil-zijn hoort, geloof om de moed niet te verliezen. Amen.
Ds. Ph.A. Beukenhorst
Veertig dagen vasten. Een protestants perspectief
Wanneer op Aswoensdag (17 februari) de veertigdagentijd begint, betekent dat al eeuwen voor veel christenen het begin van ‘de grote vasten’. In deze periode bereiden mensen zich voor op het komende Paasfeest door ‘af te zien van…’ en ‘ruimte te maken voor…’.
Anno 2021 onthouden veel mensen die vasten zich van eten en drinken door bijvoorbeeld alcohol, vlees en/of snoep te mijden. Ook wordt van andere dingen afgezien: de vanzelfsprekendheid van uitvoerige conversaties aan tafel, roken, Netflix kijken, sociale media, soms ook seks. Door te vasten ontstaat ruimte voor God en de ander. In de eeuwen na de Reformatie nam het gebruik om te vasten onder protestanten af, maar sinds een paar decennia leeft juist onder hen het vasten weer op. Waar komt de hernieuwde belangstelling voor dit gebruik vandaan? En waarom zou je het doen als protestant, vasten?
Terugkeer van een eeuwenoude traditie
De hernieuwde aandacht voor vasten hangt samen met tenminste twee dingen: veranderingen in onze cultuur en veranderingen in onze kijk op wat geloof is in die cultuur. In onze samenleving is veel aandacht voor voedsel, onder andere in relatie tot onze gezondheid. In het streven naar ‘gezonde voeding’ en/of een gezond gewicht zijn diëten, vasten en kuren vandaag de dag geregelder praktijken dan in voorbije eeuwen. Het tijdelijk of permanent laten staan van (bepaalde soorten) voedingsproducten is voor veel mensen niets nieuws. Dat kan ook het vasten om religieuze redenen ‘gewoner’ maken.
Als het gaat om onze kijk op geloof dan is er sinds enkele decennia in de liturgiewetenschap, en meer recent ook breder in de theologie, systematisch meer aandacht voor rituele praktijken. In een cultuur die sterk gericht is op ervaring, beleving en emotie, ontstaat (weer/meer) ruimte voor de opvatting dat christelijk geloof niet alleen of vooral een zaak is van het hoofd, maar (ook) een heel lichamelijk gebeuren.
Dat soort aandacht heeft ook altijd zijn uitwerking op de praktijken van mensen zelf en zo is er voor protestanten nieuwe ruimte ontstaan voor rituelen, het aanhaken bij oude tradities en het in grote vrijheid zelf modelleren daarvan. Daardoor is het frame “vasten-is-voor-katholieken” wat naar de achtergrond verdwenen en zien we in protestantse kringen een terugkeer van het vasten.