Echtheid en verbeelding: over gevoel en ratio in de geloofsbelevingen en levensovertuigingen.
Afgelopen week las ik in Trouw een artikel van Ds. D. de Waele over diens boek ‘Godenschemering’. Het trof mij zeer positief, vooral de conclusie over de vraag of God nu een puur menselijke projectie is, danwel een authentieke ervaring. Een vraagstelling die al vele eeuwen is gesteld door zowel gelovigen als niet-gelovigen. De Waele laat unieke Godservaringen in hun waarde en laat tegelijk ook het aspect van verbeelding of projectie open. Die beide uitersten kunnen tegelijk bestaan, als beide zijden van de bekende medaille. Zo werkt ons brein nu eenmaal: hersenonderzoek in Zweden in de jaren ’80 maakte al duidelijk dat in onze hersenen het deelgebied voor ‘weten/kennis’ hetzelfde is als voor ‘geloven’. Dus zeker weten of kennen gaat hand in hand met ‘onzekerheid’! Ik vind dat een hele troost.
Dit gegeven maakt het onmogelijk om zeker en stellig te kennen, althans zonder empirische data na wetenschappelijk bedreven onderzoek; anders hadden we geen medische of astronomische wonderen kunnen verrichten als mensheid. Het geloof in ‘iets’ hoeft daarom niet perse bewezen te worden, denk ik en het bestaan van God is ook niet bewijsbaar. Het is voor iemand persoonlijk ‘waar’. Daarmee betreden we het gebied van ‘rekbare waarheid’ en ‘beleefde werkelijkheid’ ofwel ‘voor jou is het waar…’. En dan wordt het voor velen iets te filosofisch en men haakt soms af. Maar bijvoorbeeld rechters en advocaten hanteren dit wel degelijk: vele verschillende getuigen vertellen van een zaak hun ‘eigen waarheid’ van wat zij zich herinneren… Dan dringt zich ook de vraag op of de evangelieschrijvers zich wel het juiste beeld van Jezus’ optreden hebben herinnerd. Inlegkunde is een bekend verschijnsel. Ik las pas het boek over Martin Buber, de grote Joodse theoloog, door ds. de Wit (Kwaliteit van leven, 2017; Skandalon), waarin Buber uitvoerig uitlegt hoe Jezus weliswaar geheel vanuit de Joodse Messias-verwachting handelt, maar toch niet de door Joden lang verwachtte Messias kan zijn geweest. Twee interpretaties naast elkaar bestaan in Jodendom en Christendom. Tweedeling en eenheid tegelijk.
Nu kun je een dergelijke tweedeling ofwel scheiding der geesten, proberen glad te strijken door te zeggen dat de Bijbelse teksten letterlijk gedicteerd zijn door Gods Geest, maar dan moet je voor vele teksten wel wat kronkels bewandelen. En het gaat hier te ver om (opnieuw) een pleidooi te houden om een wat meer Joodse en realistischer tekst-exegese te hanteren. Mij gaat het nu om die vraag naar het ontstaan van projectie en verbeelding. De Waele zegt daarover dat zij ‘hand-in-hand gaan’: na zijn unieke persoonlijke Godservaring als jongere, projecteert hij later de herinneringen van zijn strenge vader in zijn nieuw ontstane Godsbeeld. Zo projecteert hij iets, maar laat de beleefde ervaring overeind staan. Bij ervaringen gaat het om een gevoel en bij denken gaat het om ratio. Over God kun je niet rationeel redeneren of bewijsvoering geven. Op het gebied van geloven moet je in feite de ratio los laten. Ik zie dat terug in alle culturen en religies : het mystieke gebied is een ervaring. Datgene wat ons mensen in verwondering overkomt, van klein tot groot, geven we steeds (nieuwe) woorden, als mensheid van en in alle tijden. Taal is een centraal gegeven als het gaat om het uiten van wat je is overkomen: welke woorden gebruik je om dat overweldigende mysterie dat we God of de Eeuwige noemen, te beschrijven? De Bijbelse verhalen staan er vol van en beschrijven een steeds veranderend Godsbeeld. Het is uniek voor die oude Joodse cultuur. Maar alle culturen van alle tijden hebben aan diezelfde ervaringen ook woorden en namen gegeven: en als vele zijrivieren der wereldreligies, stromen zij allen uiteindelijk als brede trage stroom uit in de eenheid van de zee. Voor mij, en ja ik ben inmiddels wel vrijzinnig geworden, is dat Mysterie van de oerkracht in de kosmos en dus ook op onze planeet aarde, een natuurkundige naam voor wat anderen een theologische naam geven. En datzelfde Mysterie van de Eeuwige Bron vraagt om eerbiedigheid en bescheidenheid van ons mensen.