ZWO en aardappelen
Ook in het nieuwe jaar is er weer de opdracht om om te zien naar de medemens. Als kerk zijn we geroepen om deze taak op ons te nemen, daar zetten we ons weer voor in. Nu, in Coronatijd, wordt er extra van ons gevraagd; zowel dichtbij als veraf.
Zo mogen we op zondag 10 februari collecteren voor Indonesië, met name voor Javaanse boeren. Op het eiland Java wonen veel boerengezinnen, die amper rond kunnen komen. Met steun van Kerk in Actie kunnen zij een coöperatie opzetten. Zo zijn ze minder afhankelijk van handelaren en krijgen ze een hogere prijs voor hun producten. Zo kunnen zij hun gezinnen beter onderhouden. Ook belangrijk is het aanschaffen van machines, waardoor ze efficiënter kunnen werken.
Maar er is ook werk aan de winkel thuis. De ZWO gaat aardappelen verkopen! Bij dit kerkblad gevoegd vind u een bestelformulier voor de aardappelen. De financiële opbrengst van deze actie is volledig bestemd voor ons project in Indonesië; onder andere voor de dakloze straatkinderen. Als u het bestelformulier aandachtig doorleest, dan weet u hoe u bestelt en wanneer u kunt afhalen (in het PKC aan de Johan de Pourckstraat 2). De actie loopt tot eind maart en u kunt de aardappelen ophalen óf thuis laten bezorgen. U kunt zoveel aardappelen kopen als u wilt, want als u niet alles nodig heeft, dan komt de opbrengst van dat deel ten goede aan de Walcherse Voedselbank. Zo snijdt het mes aan 2 kanten. U lekkere aardappelen en de opbrengst voor Indonesië. En de rest van de opbrengst voor de Voedselbank Walcheren. Als deze actie een succes wordt, dan maakt u de straatkinderen in Indonesië, de Voedselbank én ons blij!
Kaarten en postzegels en oude mobieltjes kunt u nog steeds inleveren. Nu even niet in de kerk, maar wel bij mij: Gasthuisweg 1. De opbrengst komt de zending ten goede. Vorig jaar was de landelijke opbrengst € 23.000,-
S. Corbijn
Ontmoeting met boeren in Rwanda
(Tekst uit Woord & Dienst. Ria Jonkman (boerin) is met een groep mensen uit Friesland naar Rwanda geweest en heeft daar projecten van Kerk in Actie bezocht. Rwanda is ook het land waar wij 40 jaar lang aan zending hebben gedaan.)
“In Rwanda zijn er landbouwprogramma’ s opgezet om mensen te leren boer te worden en producten te verbouwen. Met de kennis uit de programma’ s verhogen ze ook hun productiviteit. Ze verbouwen bananen en avocadobomen, mais, bonen, rijst, ananas, cassave, aardappelen, ze kweken champignons en er zijn thee- en koffieplantages. Omdat de grond erg vruchtbaar is en er een gematigd klimaat heerst, ongeveer 24 graden Celsius, kunnen deze producten er heel goed groeien. Er zijn geen seizoenen, maar wel regen en droogte. Het regenseizoen is van februari tot en met mei en van oktober tot en met december. Er zijn grote opslagtanks waar water in opgevangen wordt; in droge perioden wordt hier water uitgehaald om het land te besproeien.
De stukken grond zijn kleiner dan bij ons. De oogst kunnen ze verkopen en van de opbrengst kunnen ze weer een lening krijgen om een stukje grond te kopen. Al het werk wordt met de hand gedaan, wat goed is voor de werkgelegenheid, terwijl wij hier bijna alles met machines doen. Een boer heeft ongeveer 6 koeien die gemiddeld 8 liter melk per dag geven en met de hand worden gemolken. De melk komt in melkbussen en wordt achter op de fiets vervoerd. De helft van de melk is voor eigen gebruik en de andere helft is voor de bevolking en wordt in de winkels verkocht.
Bij ons heeft een boer gemiddeld 80 koeien en die geven bijna 30 liter melk per dag en worden machinaal gemolken. De melk komt in een grote melktank, wordt opgehaald met een tankauto en gaat naar de melkfabriek. Daar worden allerlei producten van gemaakt. Dat is best een groot verschil. Wel hebben de boeren een veetelling: aan het einde van het jaar worden alle koeien geteld en dit wordt bij de overheid geregistreerd. Dat hebben wij hier ook. In Rwanda heeft een koe status. Bij een huwelijk krijgt het stel soms een koe cadeau van de ouders. Maar dit is wel luxe. Toen een Rwandese vrouw hoorde hoeveel koeien ik had, zei ze tot mij: “You are a rich woman”.
25 jaar geleden is Rwanda getroffen en verscheurd door de genocide. En toch hebben ze het land weer kunnen opbouwen. Dit heeft ook te maken met verzoening en vergeving. Daardoor willen mensen weer verder en kunnen ze vooruit. Het geloof speelt een belangrijke rol: ze willen God in alles dienen.”